De arbeidsdeal van de overheid regelt het individueel opleidingsrecht voor werknemers in ondernemingen met 10 of meer medewerkers. Werknemers hebben geen verplichting om de opleidingsdagen op te nemen, maar de werkgever moet ze wel voorzien. Het aantal opleidingsdagen hangt af van het aantal medewerkers en het type opleidingen (formeel of informeel).
Werkgevers moeten jaarlijks een opleidingsplan opstellen en kunnen dit doen via een sectorale cao of een individuele opleidingsrekening. Werkgevers kunnen hun medewerkers verplichten om opleidingen te volgen als dit nodig is voor hun takenpakket. Het individueel opleidingsrecht kan worden toegepast door een sectorale cao of door de werkgever die de medewerker opleidingsdagen toekent via een individuele opleidingsrekening.
Het aantal opleidingsdagen is afhankelijk van het aantal medewerkers in de onderneming en kan variëren van 1 dag per jaar voor ondernemingen met minder dan 10 medewerkers tot 5 dagen vanaf 2024 voor ondernemingen met minstens 20 medewerkers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen formele opleidingen, door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages, en informele opleidingen, die andere opleidingsactiviteiten zijn dan formele opleidingen en rechtstreeks verband houden met het werk.